Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AY6187

Datum uitspraak2006-03-14
Datum gepubliceerd2006-08-28
RechtsgebiedPersonen-en familierecht
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Haarlem
Zaaknummers117204/2005-3091
Statusgepubliceerd


Indicatie

3 Het verzoek en de grondslag daarvan 3.1 Het verzoek van de vrouw strekt tot gegrondverklaring van de ontkenning van het door huwelijk ontstane vaderschap van voornoemde minderjarige. 3.2 De vrouw heeft haar verzoek gebaseerd op de stelling dat de man niet de biologische vader van het kind is. Zij voert daartoe aan dat zij en de man sinds eind 2003 gescheiden van elkaar leven en zij al geruime tijd samenleeft met de heer [naam man2]. De heer [naamman2] is de biologische vader van de minderjarige. 4 Het verweer De man heeft geen verweer gevoerd tegen het verzoek. Hij is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet ter terechtzitting van [datum] verschenen. 5 Beoordeling van het verzoek Het verzoek van de vrouw is binnen de termijn van artikel 1:200 lid 5 van het Burgerlijk Wetboek ingediend. 5.2 De bijzonder curator heeft bij voormelde brief te kennen gegeven dat hij als bijzonder curator van mening is dat het verzoek van de vrouw voor toewijzing vatbaar is. 5.3 Gelet op het vorenstaande kan het verzoek van de vrouw als onweersproken worden toegewezen, nu ook voor het overige niet is gebleken dat het verzoek onrechtmatig is.


Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM Sector Familie- en Jeugdrecht ontkenning vaderschap zaak-/rekestnr.: 117204/2005-3091 beschikking van de enkelvoudige kamer voor familiezaken d.d. 14 maart 2006 in de zaak van: [naam vrouw], wonende te [woonplaats], hierna mede te noemen: de vrouw, procureur: mr. R.F. Meijer, --tegen-- [naam man], wonende te [woonplaats], hierna mede te noemen: de man. 1 Verloop van de procedure 1.1 Voor het verloop van de procedure verwijst de rechtbank naar de volgende stukken: - het op [datum] ter griffie van deze rechtbank ingekomen verzoekschrift van de vrouw met bijlagen; - de conclusie van [datum] van de Officier van Justitie; - de brief van [datum] van de bijzonder curator, mr. L. Laus; en het verhandelde ter terechtzitting op [datum] in aanwezigheid van de vrouw, bijgestaan door haar raadsman. 2 De vaststaande feiten Uit de stukken en het verhandelde ter terechtzitting is het volgende gebleken: 2.1 Partijen zijn ]in] 1998 gehuwd. Bij beschikking van deze rechtbank [in] 2005 is de echtscheiding uitgesproken. 2.2 Uit het huwelijk van partijen is geboren de minderjarige [achternaam]: - [naam minderjarige], geboren [in] te woonplaats]. 2.3 Bij beschikking van deze rechtbank van [datum] is mr. L. Laus, advocaat te Haarlem, tot bijzonder curator over de minderjarige benoemd. 3 Het verzoek en de grondslag daarvan 3.1 Het verzoek van de vrouw strekt tot gegrondverklaring van de ontkenning van het door huwelijk ontstane vaderschap van voornoemde minderjarige. 3.2 De vrouw heeft haar verzoek gebaseerd op de stelling dat de man niet de biologische vader van het kind is. Zij voert daartoe aan dat zij en de man sinds eind 2003 gescheiden van elkaar leven en zij al geruime tijd samenleeft met de heer [naam man2]. De heer [naamman2] is de biologische vader van de minderjarige. 4 Het verweer De man heeft geen verweer gevoerd tegen het verzoek. Hij is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet ter terechtzitting van [datum] verschenen. 5 Beoordeling van het verzoek Het verzoek van de vrouw is binnen de termijn van artikel 1:200 lid 5 van het Burgerlijk Wetboek ingediend. 5.2 De bijzonder curator heeft bij voormelde brief te kennen gegeven dat hij als bijzonder curator van mening is dat het verzoek van de vrouw voor toewijzing vatbaar is. 5.3 Gelet op het vorenstaande kan het verzoek van de vrouw als onweersproken worden toegewezen, nu ook voor het overige niet is gebleken dat het verzoek onrechtmatig is. 6 Beslissing De rechtbank: 6.1 Verklaart gegrond de ontkenning van het door huwelijk ontstane vaderschap met betrekking tot de minderjarige [achternaam]: - [naam minderjarige], geboren [in] 2005 te [plaats]. Deze beschikking is gegeven door mr. F.G. Hijink en in het openbaar uitgesproken ter terechtzitting van 14 maart 2006, in tegenwoordigheid van I. Rijs als griffier.